Continu verbeteren zorgt voor goed onderwijs

 

De onderwijskwaliteit in Nederland is tanende. Met name de verschillen tussen de verschillende scholen en opleidingsinstituten is groot. Het maakt daardoor nogal uit waar je wieg staat. Is de basisschool bij jou om de hoek toevallig wat minder? Dan is je leesvaardigheid rond het gemiddelde niveau van Jordanië of Moldavië. Heb je meer geluk dan kun je je meten met toplanden als Japan of Zweden. 

 

Verschil in kwaliteit en duidelijke daling

Dit trekt zich door in het hoger onderwijs. Het toonaangevende Britse onderzoeksbureau QS doet jaarlijks een onderzoek naar de kwaliteit van verschillende universiteiten. In de resultaten van studiejaar 2022-2023 staat de universiteit van Amsterdam op plaats 58 en is de Radboud universiteit terug te vinden op plek 223. Het maakt dus nogal uit of je je studie in Amsterdam of in Nijmegen gaat doen. 

Ook is opvallend dat elke Nederlandse universiteit dit jaar op een lagere plek terug te vinden dan afgelopen jaar. Bij alle universiteiten in Nederland is de kwaliteit in vergelijking met internationale universiteiten dus gedaald. Dit is uiteraard een zeer zorgelijke trend, waarbij alle zeilen bijgezet moet worden om dit om te keren. Het is belangrijk dat de universiteiten, docenten en studenten de handen ineen slaan om te zorgen dat de kwaliteit van het hoogste onderwijs in Nederland gewaarborgd blijft. Maar hoe zorgen we ervoor dat het onderwijs ook echt verbeterd?

Wil jij uitval van studenten voorkomen?

39.000 studenten in Nederland stoppen per jaar met hun studie, 25% daarvan geeft aan dat de onderwijsinstelling dit had kunnen voorkomen! Met een laagdrempelige, geautomatiseerde oplossing doe je precies dat: uitval voorkomen!

Continue verbetercultuur 

McKinsey en de onderwijsinspectie hebben allebei grootschalig onderzoek gedaan naar de verschillen tussen onderwijskwaliteit. De conclusie van hun rapport was in een paar zinnen samen te vakken. De onderwijsinstellingen die het goed doen hebben een continue verbetercultuur. Een cultuur waarin docenten, studenten en het bestuur intensief samenwerken om de onderwijskwaliteit steeds te verbeteren. 

De onderwijsinspectie stelt dat één van de pijlers van het creëren van een goed pedagogisch klimaat het elkaar zien en serieus nemen is. Juist het zien van de leerling (primair en voortgezet onderwijs) of de student (middelbaar beroeps en hoger onderwijs) zorgt ervoor dat je het onderwijs zo kunt verbeteren dat er echte kwaliteitsimpuls ontstaat. 

 

 

Betere doorstroom en minder uitval

Voor het primair en voortgezet onderwijs is doorstroom een belangrijke graadmeter. Als meer leerlingen voldoen aan de eisen om door te stromen naar het volgende jaar, is het onderwijskwaliteit gestegen. Juist het bevorderen van die doorstroom wordt met een continue verbetercultuur in gang gezet. 

Middelbaar beroeps- en hoger onderwijs is erg gebaat bij minder uitval. Uitval wil zeggen dat studenten de opleiding vroegtijdig opgeven zonder het behalen van een diploma. Dit is niet alleen erg duur, maar ook zonde van de tijds- en financiële investeringen in die student. Ook hierbij helpt het om studenten te zien en serieus te nemen. Als studenten hun feedback kwijt kunnen bij docenten en kwaliteitscontroleurs van de onderwijsinstellingen dan kunnen deze op hun beurt zorgen voor verbetering in organisatie, leeromgeving of personeel. Dus door studentenfeedback serieus te nemen, kunnen we continu het onderwijs verbeteren.